Leven
Keulen
Gedurende de eerste tijd in Keulen gaf Petrus Mosellanus bijlessen als privéleraar aan studenten om naast de financiële ondersteuning door zijn grootvader uit Cochem in zijn levensonderhoud te voorzien. Het duurde uiteindelijk tot 2 januari 1512 tot dat hij zich in de destijds befaamde universiteit van Keulen voor een studie in de 7 vrije kunsten (“artes liberales”) liet inschrijven. Hier onderwees de alom bekende Johannes Caesarius, die Petrus Mosellanus met het “Grammaticum” van de Griek Emanuelis Chryssolarae, de gespekken van Luciana van Samosata und met de boeken van Homerum bekend maakte.
In Keulen leerde hij ook ander grote geleerden uit die tijd kennen, zoals Hermann von dem Busche (voorheen professor aan de universiteiten Leuven, Leipzig en Heidelberg) en Jacob Sobenius, die van de Latijnschool in Freiberg /Sachsen afkomstig was. Mosellanus hield zich voornamelijk met de Griekse dialectica en logica bezig en verbond deze met Latijnse taal. Hij kreeg de vrijheid om zich met nieuwe leertechnieken voor toekomstige studenten bezig te houden en deed dat met bijzonder veel succes.
Voor het eerst leerde hij hier ook de Engelsman Richard Crocus (Croke) kennen, wiens voorlezingen in het Grieks hij trouw bezocht. Zijn vriend Caspar Borner wist hem over te halen om samen met hem naar Freiberg in Sachsen te gaan om daar vervolgens in de door Raghius Aesticampianus geleidde Latijn school onderwijs te geven. De inmiddels hevige strijd tussen de scholastikers en humanisten aan de universiteit in Keulen, waartegen Mosellanus sterk gekant was, maakte dit besluit voor hem een stuk eenvoudiger.
Tegen de herfst van het jaar 1513 bezocht Petrus Mosellanus zijn grootvader in Cochem en verder familie in de streek en begon, samen met zijn vriend Caspar Borner, aan de uiterst zware winterse tocht, meestal te voet, via Mainz naar Freiberg. Hij was intussen 20 jaar oud en keek terug op een verblijf van 3 jaar in Keulen.