De Griekse taal
Petrus Mosellanus bezat zonder enige twijfel een duidelijk talent voor de studie van de Griekse taal en literatuur waardoor hij reeds op jonge leeftijd tot professor der Griekse taal aan de Universiteit in Leipzig werd benoemd. Volgens hemzelf had hij al in de periode in Trier op oude documenten Griekse letters en tekens ontdekt die hem enorm boeiden en vervolgens qua belangstelling niet meer loslieten. In Keulen werd hij door Johannes Caesarius en Richard Crocus verdergaand en dieper in de Griekse taal onderwezen. Later werd hij tot opvolger van de intussen van de Universiteit van Keulen naar de universiteit van Leipzig gewisselde en daar tot professor benoemde Richard Crocus gekozen. Dit gebeurde met name op verzoek van Richard Crocus bij hertog Georg met de baard von Sachsen. Petrus Mosellanus vertaalde vele teksten vanuit het Latijn in het Grieks, bekende en minder bekende werken.
Zijn inaugurele toespraak als professor was getiteld: “Over het verwerven van een grondige taalkennis.” De inhoud van deze rede heeft hem ook tegenstanders opgeleverd die hem van ketterij beschuldigden en melding maakten van een gevaarlijke invloed van de humanistische studie op de kerkelijk scholastische Geloofsbelevenis.
Erasmus omschreef Mosellanus’ kennis van de Griekse taal als: “de levendigheid van de uitdrukkingskracht, de overvloed en degelijkheid van de gedachten en de voor de leeftijd van de auteur buitengewone mate van belezenheid”. Petrus Mosellanus heeft ongetwijfeld een belangrijke bijdrage aan de verdieping en verankering van de Griekse taal aan de universiteit van Leipzig geleverd.